top of page
Foto van schrijverPieter Vanlommel

REISVERHAAL. Met Sven Nys over de Grossglockner, de grootste berg van Oostenrijk

In 2018 trok ik naar Oostenrijk om er samen met een zekere Sven Nys te gidsen voor een amusante groep wielertoeristen die het land wilden verkennen. Met het Marmotta Alpin Hotel in Mühlbach am Hochkönig als uitvalsbasis kregen zij een stevige driedaagse voor de wielen geschoven. Relaas van een onvergetelijke trip waarvan de beklimming van de Grossglockner, nummer 19 op de 'Iconic Cols of Europe' kraskaart, de climax vormde.





(c) JFK


Een grijze vrijdagmiddag in juni. Na een autorit van tien uur die door overvloedige regen gepaard gaat met veel fileleed steek ik eindelijk de Duits-Oostenrijkse grens over. Nog een kleine 50 kilometer en ik kom aan op mijn bestemming. Het landschap wordt ruiger en bergachtiger. Ik merk dat ik onbewust het gaspedaal dieper indruk om sneller in het Marmotta Alpin Hotel te geraken, de komende drie dagen mijn uitvalsbasis in Mühlbach, een charmant bergdorpje midden in het tot de verbeelding sprekende Salzburgerland.


In dit postkaartlandschap ga ik samen met 22 andere gepassioneerde fietsers het Oostenrijkse gebergte te lijf. En dat met heerlijke berglucht door onze longen. Wat wil een mens nog meer... Als ik de parking van het hotel oprij, tikt er een man van gedrongen gestalte op mijn raampje. “Jij bent Pieter zeker?”. Uitbater Pascal Vanheel opent breed lachend mijn deur en schudt mijn hand. “Welkom in ons hotel! Sven Nys is ook net aangekomen”.


Bij het betreden van het knap gerenoveerde hotel valt mijn oog meteen op de kamer waar de fietsen van mijn reisgenoten staan. Ik kan het niet laten om de vehikels aan een eerste visuele inspectie te onderwerpen. Lang moet ik niet zoeken naar de bolide van onze gelegenheidswegkapitein a.k.a. Sven Nys. De oogverblindende, mat zwarte ‘Trek Madone Team Issue’ van de meervoudige wereldkampioen veldrijden springt in het oog en steelt de show voor we gezamenlijk aanschuiven voor het diner.


SCHERPE MANNEN


Amaai! allemaal scherpe mannen precies! Ik zal uit mijn pijp moeten komen”. Nys knikt goedkeurend als hij ons gezelschap monstert na het avondmaal. Het zijn de fietsers die hij de komende dagen op sleeptouw zal nemen. Tijdens de eerste maaltijd is de sfeer nog een beetje onwennig, maar Nys' woorden doen het ijs breken. We staan te popelen om van het Oostenrijkse asfalt te proeven, maar -‘boys and their toys’ - voor we onder de lakens kruipen vindt er eerst nog een spontane samenkomst plaats in de fietsenkamer. Er ontspint zich een openlijk debat over schijfremmen, bandenkeuze, versnellingen, ... we kunnen er nog uren over doordrammen maar kruipen toch wijselijk op tijd in bed.


Donderdagochtend, 9 uur. Het uitgebreide sportontbijt is naar binnen gewerkt. De banden staan op spanning, de kettingen zijn gesmeerd. Alleen de zon heeft er nog geen zin in en verstopt zich achter het grijze wolkendek. Het mag de pret niet deren voor onze inrij- en kennismakingsrit. Die slingert zich voornamelijk door het dal en eindigt na een dikke 70 kilometer met onze eerste beklimming op Oostenrijkse bodem, een ‘loper’ richting het hotel.


Dit lusje vormt een ideale gelegenheid om de zware benen van de lange autorit los te gooien. Tegelijkertijd is dit een goede opwarmer voor de koninginnenrit die ons daags nadien staat te wachten. Sommigen kunnen er echter nu al niet genoeg van krijgen en willen nog meer klimritme te pakken krijgen in de omgeving van het hotel.


Daar ligt de relatief onbekende, maar daarom niet minder zware klim naar het gehucht Arthurhaus - tevens de naam van de beklimming. Deze overwint over 7,7 kilometer 660 hoogtemeters. Mario Van Gucht, Ewoud Lagring, Benoit Schoutetens en Frank Verlee gaan de uitdaging aan, maar ze zien af. Dit is lastiger dan ze hadden verwacht. Vooral de laatste, kaarsrechte kilometer loopt heel steil omhoog. Op de top krijgen ze er een mooie beloning voor. Ze kijken uit op de imposante Hochkönig, met zijn top op 2.941 meter de hoogste bergtop van de Berchtesgadener Alpen.



(c) EXPA- JFK


Voor Benoit Schoutetens is deze beklimming geen onbekend terrein. Hij heeft deze tijdens een eerdere stage al eens bedwongen. “En ik heb in Mühlbach ook al aan een Granfondo deelgenomen”, grijnst hij. “Mijn vorm is nu wel minder dan toen. Een operatie aan een geknelde zenuw heeft me zes weken aan de kant gehouden. Ik vrees dus dat ik niet bij de eersten boven zal komen op de Grossglockner (lacht). Ach, ik zie deze stage vooral als een goede gelegenheid om mijn conditie weer op te bouwen.”


GROOT, GROTER, GLOSSGLÖCKNER


’s Avonds overlopen we de rit van dag twee: de loodzware bergrit waar iedereen al wekenlang reikhalzend naar uitkijkt. Nys geeft nog wat praktische tips mee om onze koninginnenrit over de befaamde 'Grossglockner Hochalpenstrasse' te overleven: “Eet niet overdreven veel bij het ontbijt, want het aantal suikers dat je lichaam per uur kan opnemen, is beperkt. Probeer dus vooral op de fiets je energie aan te vullen." En: “als je in de afdaling een bus wil voorbijsteken, doe dat dan langs de buitenkant.” De rest van het gezelschap luistert met gespitste oren. Iedereen lijkt zich ervan bewust welk monster op hen ligt te wachten.


Het is dus geen verrassing dat de hele groep daags nadien al vroeg wakker is. Maitre Pascal is op dat moment nog druk in de weer om het nodige krachtvoer op te stellen aan het buffet. De klok geeft 7.30 uur aan, er hangt gezonde spanning in de lucht. Die wordt niet veel later in één klap doorprikt door Kris Geysels. “Vandaag fiets ik voor het eerst zonder onderbroek!”, roept hij als we even later voor het hotel samentroepen. Hilariteit.


Voor pnze koninginnenrit moeten we al in de eerste kilometers vol aan de bak. De weg naar het dorpje Dienten loopt een tiental kilometer steil omhoog met uitschieters tot wel vijftien procent. Onder een stralende zon en een aangename 20 graden parelt het zweet van onze voorhoofden. De inhoud van de bidons slinkt snel. Voldoende drinken, het advies van Nys galmt nog door onze hoofden en wordt keurig opgevolgd.


Ons traject loopt daarna in dalende lijn richting het charmante dorpje Bruck aan de voet van de Grossglockner. Al ‘freewheelend’ geeft dat de gelegenheid om op adem te komen en, vooral, te genieten van de omgeving. De geur van vers gemaaid weidegras, het geluid van bergwater dat van de rotsen klettert, de loeiende koeienbellen, … dit is Oostenrijk op z’n best.



(c) EXPA- JFK


Ook de man die al zowat de hele wereld heeft gezien op zijn fiets, geniet met volle teugen. Sven Nys ziet zijn rol als gids voor een groep recreanten duidelijk niet als een verplicht nummertje. “Integendeel. Dit mogen doen, is een droom”, klinkt het oprecht terwijl we het rustieke meer in Zell am See passeren. Een plek die herinneringen oproept bij Nys. “Hier kwam ik twintig jaar geleden als junior op stage met de nationale veldritploeg”, vertelt hij met enige weemoed in zijn stem.


In het pittoreske Bruck houden we een laatste keer halt voor een pitstop. Het fonteintje op het dorpsplein zorgt voor verfrissing, een tube zonnecrème wordt doorgegeven – we komen steeds steeds dichter bij de zon. We steken met z'n allen nog wat eten achter de kiezen want we zullen het nodig hebben. Vanuit Bruck loopt het wegdek al vals plat richting Grossglockner, maar de eigenlijke klim begint pas als we voorbij de slagbomen van de tolhuisjes zijn.


(c) EXPA- JFK


De grappen en grollen verstommen als we de hoogste bergpas van Oostenrijk aanvatten. De hartslag schiet vrijwel meteen de hoogte in, veel adem om te keuvelen is er niet meer. Vanaf nu is het ieder voor zich en we zien elkaar 28 kilometer verder wel weer, op de top van Oostenrijks hoogste bergpas.




In het tweede deel van de klim duikt het stijgingspercentage niet meer onder de tien procent. Toch vinden sommigen nog de moed om een glimlach op hun gezicht te toveren als onze Oostenrijkse fotograaf Jürgen onderweg prachtige plaatjes schiet.


(c) EXPA- JFK


Met de top in zicht wacht ons nog een onaangename verrassing: de Edelweisspitze. Deze met kasseien geplaveide zijklim boven op de Grossglockner zorgt voor gevloek en innerlijke smeekbedes om genade. Behalve dan bij Sven Nys, die vele minuten voor de rest van ons gezelschap de top bereikt.



(c) EXPA- JFK


WARME CHOCO IN IJLE LUCHT


Een toeristenbus met Vlaamse senioren heeft onze Baalse locomotief opgemerkt. Het gevolg is dat hij tegen wil en dank met elk van hen op de foto moet. Ondertussen bereiken steeds meer moedigen van ons gezelschap de top en troepen ze samen op het terras van de nabijgelegen blokhut om op adem te komen. De in lederhosen uitgedoste ober schiet in actie en zet een plateau warme choco’s voor onze neus neer. Zelden smaakte dit warme goedje beter dan in deze frisse berglucht, met het voldane gevoel een Alpenreus overwonnen te hebben.


(c) EXPA- JFK


Terwijl we warme kledij uit de volgwagen vissen, krijgt Michel Vissers nog luidkeelse aanmoedigingen als ook hij de laatste meters van de gigant bedwingt. Vervolgens maken we ons op om samen af te dalen: een half uur in de beugel en genieten van de haarspeldbochten.


(c) EXPA- JFK


Nog één keer branden onze kuiten als we het korte maar belachelijk steile knikje richting het Marmotta Alpin hotel overwinnen. En dan zit de voor velen “mooiste en zwaarste rit ooit” erop, na 145 slopende kilometers. Aan de voordeur van het hotel vliegen de ‘high fives’ in het rond. Tijd voor een verkwikkende douche, een lekkere herstelmaaltijd en dik verdiende biertjes in de bar.



(c) EXPA- JFK

25 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page